Losrijden bij springwedstrijden kan soms wat intimiderend zijn.
Als het een drukke wedstrijd is, zijn er vaak veel ruiters tegelijk aan het losrijden.
Het is dan niet altijd even makkelijk om goed te kunnen losrijden.

We hebben voor jullie een aantal aandachtspunten op een rijtje gezet voor het losrijden bij springwedstrijden.

Linksom
Vaak staan er in de losrijring een steilsprong en een oxer opgesteld. De hindernissen mogen slechts van één kant aangereden en gesprongen worden.
De ruiters rijden meestal linksom los, maar als er voldoende ruimte is en het is niet zo druk, dan kun je best kleine stukjes rechtsom rijden.
Zorg er wel voor dat je andere ruiters niet in de weg rijdt.

Hindernissen
Na het losrijden begin je met een eerste sprongetje. Vaak wordt hiervoor een eenvoudig kruisje opgezet. Je paard springt hierdoor goed in het midden van de sprong.
De grondlijn ligt aan de voorkant van de hindernis. Deze geeft het paard de mogelijkheid goed in te schatten wanneer hij af moet zetten.

Bij een oxer moet de achterste balk altijd net zo hoog of hoger liggen dan de voorste balk. 

Hoogte
Het kan voor je eigen gevoel of het vertrouwen van het paard prettig zijn even wat hoger te springen. De hindernis in de losrijring mag maximaal 10 cm hoger zijn dan de hoogte van het springparcours.
 
Stappen
Het stappen wordt bij het springen vaak op de hoefslag gedaan en dravende en galopperende ruiters gaan aan de binnenkant voorbij.
De ruiters kunnen op deze manier makkelijk afwenden richting de hindernis zonder dat er iemand in de weg stapt.

Stilstaan
Als je even moet stilstaan, doe dat dan in een hoek of in het midden van de losrijring.
Ook hiervoor moet je erop letten dat je andere ruiters niet in de weg staat.