
Vrijwel iedereen die fanatiek aan het trainen is, wil zichzelf en zijn paard constant verbeteren. Er zijn veel onderdelen die verbeterd kunnen worden: de gangen, de aanleuning, het afwerken van de proeven, etc. Als klein onderdeeltje hiervan, belichten we de galop en geven we tips hoe je de kwaliteit van de galop kunt verhogen.
Allereerst is het belangrijk te weten hoe een paard galoppeert.
De galop is een drietakt gang met een zweefmoment. Het paard heeft eerst zijn buitenachterbeen aan de grond, daarna zijn buitenvoor- en binnenachterbeen tegelijk (diagonaal) en tenslotte zijn binnenvoorbeen. Daarna volgt het zweefmoment waarna hij zijn buitenachterbeen weer neerzet.

We onderscheiden de linker- en de rechtergalop. De linkergalop begint met het rechterachterbeen, de rechtergalop met het linkerachterbeen.
De beweging van de benen verloopt in de volgende fasen:
- de afzet van de hoef
- het voorwaarts brengen van het been
- het neerzetten
- het opnieuw belasten
De zit van de ruiter is erg belangrijk bij het verbeteren van de galop. Je blijft recht boven je paard zitten, met je binnenbeen op de singel en je buitenbeen er iets achter.
In de rechtergalop heb je je rechterheup iets naar voren zodat het paard goed met het achterbeen onder kan springen.
Niet meedraaien in de bochten of zelf van houding veranderen, want daarmee breng je je paard uit evenwicht.
Een fout die veel ruiters maken, is dat ze teveel sturen met de binnenteugel. Hierdoor kan het paard zijn benen niet goed onder zetten waardoor de kwaliteit van de gangen verslechtert.
Als het paard goed galoppeert, wil je het paard zijn gewicht naar achteren laten verplaatsen. Je wilt meer verzameling.
Verzameling is niet hetzelfde als langzamer gaan. Het paard moet met dezelfde energie doorspringen, maar waarbij de voorwaartse snelheid omgezet wordt in een meer opwaartse beweging.
Een fijne manier om paarden in de galop meer te laten verzamelen zonder dat je teveel teugel gebruikt, is door gebruik te maken van de volte.
Een volte remt al iets af. Wanneer je je paard netjes bergop houdt, zal hij met zijn achterhand automatisch al meer ondertreden.
Je kunt de volte iets verkleinen door je paard voor je buitenbeen opzij te laten gaan. Denk erom dat je ook hier goed in de juiste houding blijft zitten. Niet je been ineens enorm achteruit leggen of zelf naar voren duiken.
Een oefening om de balans te verbeteren, is de contragalop. Bouw dit rustig op. Eerst afwenden op de korte zijde en dan een rechte lijn richting de hoek rijden. Hierbij mist het paard de steun van de wand zodat hij meer op eigen benen moet lopen.
Deze lijn kan uitgebouwd worden tot een gebroken lijn 5 meter en later een gewone gebroken lijn.
Zodra het paard dit goed beheerst (hier kunnen gerust weken of maanden overheen gaan) kun je eens bewust in de 'verkeerde' galop aanspringen, over de binnenhoefslag galopperen en ruime bochten galopperen (de bochten afsnijden).
Houd altijd de kwaliteit van de galop in de gaten. Maakt het paard zich stijf omdat hij het moeilijk vindt, ga dan een stapje terug.
Overgangen kun je zien als de bouwstenen van de dressuur. Door veel overgangen te rijden van het ene naar het andere tempo en binnen een bepaald tempo, leert het paard om te luisteren naar je hulpen, verbeteren zijn reactievermogen en balans en helpt het je paard meer soepel te maken.
Een ophouding is de hulp aan het paard om aan te geven dat je iets wilt veranderen. Dit kan een overgang van draf naar stap zijn, maar ook een hulp om het paard even wat alerter te maken. Er zijn twee soorten ophouding: de hele ophouding en de halve ophouding.
Een jong paard dat voor het eerst onder de man gaat springen, moet eerst wennen aan balkjes. Leg eerst eens een enkele balk op de grond en stap daar tijdens het uitstappen eens rustig overheen. Een keer erop kun je over twee, of later drie of vier balken stappen, eventueel achter een ander paard aan. Dit is puur om het paard aan balkjes te laten wennen. Als het in stap goed gaat, draaf je er rustig overheen. Na een paar trainingen zal het paard ontspannen, met het neusje naar beneden, over de balken draven.
Wanneer je paard al wat meer kan verzamelen, komt na de travers het appuyement. Lees hier hoe je deze oefening aanpakt.
Hoe rijd je de cross in een tijd die het dichtst bij de vastgestelde optimale tijd komt? Met deze tips kom je al een heel eind!

Zwarte Bessensap 100% is erg gezond en slechts een kleine hoeveelheid is reeds bevorderlijk bij diverse lichamelijke klachten, zoals ontstekingen.

Boek nu je zomervakantie en pak korting op een vakantiehuis in de bossen van Norg (Drenthe) | boshuisjesnorg.nl
