Jenny had goede redenen om te geloven dat ze een goede ruiter was. Ze reed al paard sinds ze een kind was. Elk weekend maakte ze met haar paardenmaatje lange buitenritten met vrienden en iedereen had het naar zijn zin. Ze voelde zich echt een team met haar paard en ze vertrouwden elkaar volledig. Het rijden van wedstrijden zou dan ook niet zo moeilijk zijn, verwachtte ze. “Maar waarom haal ik dan nu zulke lage punten voor mijn dressuurproeven?”, dacht ze verdrietig.

Onafhankelijk van het niveau dat je rijdt, gaat het bij dressuur om de conditie, kracht, behendigheid en de wil van je paard om mee te werken. Op deze voorwaarden wordt je paard beoordeeld. 
De feedback die de jury je geeft vertelt je waar je je paard kunt verbeteren. Soms lijkt het oneerlijke kritiek, maar de opmerkingen van een (goede) jury zijn in feite gouden informatie om je paard te verbeteren in zijn training.

Een vriendin ging vervolgens een wedstrijd filmen. Ook de punten in deze proef vielen helaas weer tegen. Maar deze keer kon ze de proef terugkijken op het scherm mét de ingevulde coupon erbij. En als ze heel eerlijk moest zijn, zag ze nu ook wel wat de jury bedoelde. De volte was niet mooi rond, de draf-galop-overgang was rommelig en het halthouden was scheef. Ja, door de oefeningen allemaal net wat netter af te werken zou ze heel wat punten hoger kunnen scoren.

de opmerkingen van een (goede) jury zijn in feite gouden informatie om je paard te verbeteren in zijn training

Waar laten veel ruiters punten liggen? Vooral in de B en L, maar eigenlijk in alle klassen, kun je je punten flink ophalen door zorgvuldig rijden: 

• Een volte is rond, begint netjes op de letter en is precies groot genoeg. Visualiseer de volte van tevoren zodat je als het ware al ziet waar je langs moet rijden. 
• Hoeken zijn er niet voor niets. Rijd diep de hoek in en zorg voor de juiste stelling en buiging. Door de hoeken netjes door te rijden, zet je je paard net even wat fijner op zijn achterhand waardoor je de volgende oefening netter kunt starten.
• Overgangen rijd je geleidelijk. Houd je paard mooi recht in de overgang en laat hem vlot reageren op jouw hulpen.

In de B en L dressuur gaat het er vooral om het paard soepel en voorwaarts te laten bewegen in een duidelijk ritme met een gelijkmatig tempo terwijl hij het contact met je handen accepteert door het bit.