
Veel ruiters kennen het concept 'lang en laag', maar vaak wordt dit verkeerd begrepen. Laten we deze manier van rijden nog eens aandachtig bekijken:
Overgangen kun je zien als de bouwstenen van de dressuur. Door veel overgangen te rijden van het ene naar het andere tempo en binnen een bepaald tempo, leert het paard om te luisteren naar je hulpen, verbeteren zijn reactievermogen en balans en helpt het je paard meer soepel te maken.

Bekijk hier de meest recente versies van het endurance wedstrijdreglement.
Lees hier over een rugzak voor het paardrijden!


Boek nu je zomervakantie en pak korting op een vakantiehuis in de bossen van Norg (Drenthe) | boshuisjesnorg.nl

#1
Laag tempo en rond rijden. Buitenteugel en binnen been. Als het paard nageeft en loslaat geef je ook ruimte in te buitenteugel.
Laag en lang schiet je niks mee op omdat het paard dan zonder rug loopt en niks met zijn buikspieren doet.
#1
Wanneer je het paard actief (dus niet versnellend) lang en laag rijdt, stretch je zijn bovenlijn. Op de rechte lijnen heb ik mijn paard tussen beide teugels, dus niet alleen buitenteugel en binnenbeen. In de bochten begrens ik de schouder met mijn buitenteugel.
#1
Paard doet niks als hij lang en laag loopt. Juist door hem rond te rijden en actief, strecht je zijn bovenlijn. En krijg je juist ruggebruik en spierontwikkeling