In deze dressuurserie behandelen we diverse onderdelen die aan bod komen bij de training van dressuurpaarden. Volgende week vrijdag het volgende deel: travers en renvers, appuyement.

Zijgangen
Om het paard gehoorzamer, leniger en sterker te maken, kun je zijgangen rijden. Ze zijn nooit een doel op zich maar slechts een middel.

Wijken voor de kuit
Bij het wijken voor de kuit maakt het paard voor het eerst kennis met het opzij gaan voor de eenzijdige kuitdruk. Eigenlijk wordt het wijken voor de kuit niet als zijgang gezien, omdat het geen oefening is om de verzameling te bevorderen; het is een losmakende oefening.

Wijken voor de kuit is één van de eerste zijgangen die we met een jong paard rijden. We rijden deze oefening voornamelijk in draf. Om het paard het wijken aan te leren, kun je beginnen met enkele meters voor de hoefslag op de korte zijde af te wenden en het paard dan opzij te ‘duwen’ naar de hoefslag. Ook kun je een volte met je binnenbeen wat groter of met je buitenbeen kleiner maken.

Zodra het paard meer bevestigd is in het wijken, kan je variatie aanbrengen in de oefening. Zo kan je vanaf de hoefslag naar binnen wijken of wat scherper opzij wijken.

Tijdens het wijken voor het been beweegt het paard zich met een lichte stelling op twee hoefslagen voorwaarts en opzij. Het kijkt in de richting tegengesteld aan de richting waar het heen gaat.

Schouderbinnenwaarts
De schouderbinnenwaarts is een oefening op twee hoefslagen met drie sporen. Hierbij wordt de voorhand iets naar binnen geplaatst en het paard is licht gebogen om het binnenbeen van de ruiter.

Als je paard rechtgericht is en in balans loopt, kan je beginnen aan je schouderbinnenwaarts. Vaak begin je met een stukje schoudervoor. Hierbij zet het paard zijn schouder wel naar binnen, maar loopt hij niet op drie sporen. Je rijdt eerst een volte tien meter om de juiste buiging en stelling te krijgen en zet daarna de schouderbinnenwaarts (of schoudervoor) in. Denk erom dat je kijkt in de richting van waar je heen rijdt.

Schouderbinnenwaarts is een oefening waarmee je meer controle over het binnenachterbeen krijgt. Meer dan bijvoorbeeld bij een oefening als wijken voor de kuit.

Meestal wordt schouderbinnenwaarts in stap of draf gereden. Schoudervoor wordt ook wel in galop getraind. De schoudervoor in galop is zeer geschikt om het paard recht te richten. Van nature plaatst een paard in galop zijn buitenachterbeen op het spoor tussen beide voorbenen (travers-achtig). Door de schoudervoor leert hij zijn binnenachterbeen onder het zwaartepunt te plaatsen.