Het doel van de dressuur

Het doel van de dressuur is de ontwikkeling van het paard tot een ‘happy athlete’ door een harmonieuze en systematische opleiding. Deze opleiding maakt het paard soepel, ontspannen en los, maar ook tevreden en oplettend. Het paard en de ruiter begrijpen elkaar volledig; er is harmonie.

Deze ontwikkeling wordt zichtbaar door:

  • de ongedwongenheid en regelmaat van de gangen
  • de ontspanning
  • de aanleuning
  • de impuls
  • het rechtgericht zijn van het paard
  • de verzameling

Het paard geeft in zijn werk de indruk dat het uit vrije wil datgene doet wat van hem wordt gevraagd. Met vertrouwen en oplettendheid geeft het zich edelmoedig over aan zijn ruiter. Het paard blijft daarbij volkomen recht bij al zijn bewegingen op de rechte lijn en past zijn buiging aan volgens de boven van alle andere lijnen.

De stap is regelmatig, vrij en ontspannen. De draf is regelmatig, vrij, soepel, krachtig en actief. De galop is regelmatig, licht en gecadanceerd. De achterhand moet in alle omstandigheden actief zijn. Op de eerste vraag van de ruiter wordt deze actiever en verlevendigt daardoor de bewegingen van alle andere delen van het paard.

In al het werk dient het paard 'aan het bit' te gaan. Het paard is 'aan het bit' wanneer de hals, afhankelijk van de grad van africhting en de mate van verzameling in de gang, meer of minder opgericht en gewelfd is. Het paard accepteert het bit met een licht en soepel contact.

Dankzij de steeds aanwezige impuls en de elastische buigzaamheid van zijn gewrichten, die door gen enkele beperking worden tegengewerkt, gehoorzaamt het paard bereidwillig en zonder weifelen, met kalmte en stiptheid aan de verschillende hulpen van de ruiter. Het paard toont daarbij zowel geestelijk als fysiek een harmonisch en natuurlijk evenwicht. Het paard is volledig ontvankelijk voor de hulpen (durchlässig).

Ook interessant

Nu op de voorpagina

  • Nieuw artikel: Wijken: de vergeten oefening
Klik hier voor de voorpagina

Nieuwste vacatures

Chat