Het doel van de dressuur is de ontwikkeling van het paard tot een ‘happy athlete’ door een harmonieuze en systematische opleiding. Deze opleiding maakt het paard soepel, ontspannen en los, maar ook tevreden en oplettend. Het paard en de ruiter begrijpen elkaar volledig; er is harmonie.
Deze ontwikkeling wordt zichtbaar door:
Het paard geeft in zijn werk de indruk dat het uit vrije wil datgene doet wat van hem wordt gevraagd. Met vertrouwen en oplettendheid geeft het zich edelmoedig over aan zijn ruiter. Het paard blijft daarbij volkomen recht bij al zijn bewegingen op de rechte lijn en past zijn buiging aan volgens de boven van alle andere lijnen.
De stap is regelmatig, vrij en ontspannen. De draf is regelmatig, vrij, soepel, krachtig en actief. De galop is regelmatig, licht en gecadanceerd. De achterhand moet in alle omstandigheden actief zijn. Op de eerste vraag van de ruiter wordt deze actiever en verlevendigt daardoor de bewegingen van alle andere delen van het paard.
In al het werk dient het paard 'aan het bit' te gaan. Het paard is 'aan het bit' wanneer de hals, afhankelijk van de grad van africhting en de mate van verzameling in de gang, meer of minder opgericht en gewelfd is. Het paard accepteert het bit met een licht en soepel contact.
Dankzij de steeds aanwezige impuls en de elastische buigzaamheid van zijn gewrichten, die door gen enkele beperking worden tegengewerkt, gehoorzaamt het paard bereidwillig en zonder weifelen, met kalmte en stiptheid aan de verschillende hulpen van de ruiter. Het paard toont daarbij zowel geestelijk als fysiek een harmonisch en natuurlijk evenwicht. Het paard is volledig ontvankelijk voor de hulpen (durchlässig).
Bovenstaand artikel is geschreven om in grote lijnen een beeld te schetsen van de aansprakelijkheid. Aangezien het een beknopt artikel betreft, zijn niet alle aspecten die bij 'aansprakelijkheid' een rol spelen besproken. Daarnaast zullen de omstandigheden per geval en daarmee ook de juridische beoordeling per geval verschillen. U kunt daarom ook geen rechten aan dit artikel ontlenen.
Het succes in de springring hangt niet alleen af van de springaanleg van paard en ruiter, maar ook van de mate van africhting van het paard om controle en balans te houden tussen de hindernissen.
Mijn instructeur zei vroeger altijd (als ik met een rood hoofd van inspanning te paard zat) dat het paard de enige was die moe mocht worden tijdens het rijden. En eigenlijk is het ook heel simpel: jij geeft been en je paard reageert daar voorwaarts op. Jij maakt een ophouding en je paard komt daarop terug.
Het is verstandig je dressuurproef ook uit het hoofd te kennen.
Doneer vrijblijvend om deze site in de lucht te houden! Alvast bedankt!
...vind je op Startlijsten-Shop.nl ! Ook gepersonaliseerd!