In rook opgegaan

door Mr. F.Y de Reus
In rook opgegaan

Marieke koopt een paard van Stal Het Briesende Paard. De koopprijs bedraagt € 20.000,-- en Marieke mag het paard binnen 6 maanden na de koop omruilen voor een ander paard indien het paard haar niet bevalt. Marieke woont in Schotland waar het paard ook gestald zal worden.

Marieke heeft na enkele maanden nog steeds onvoldoende klik met het paard. Zij bericht Stal Het Briesende Paard daarom dat zij het paard wil gaan ruilen. Stal Het Briesende Paard bericht Marieke dat de ruil akkoord is, maar dat het paard wel virusvrij moet zijn i.v.m. besmettingsgevaar voordat het wordt teruggebracht.

Op 1 oktober laat Marieke weten dat het paard virusvrij is. Op 12 oktober laat Stal Het Briesende Paard weten dat het paard op 19 of 20 oktober afgeleverd kan worden en dat Marieke na 22 oktober een ander paard kan komen uitzoeken. Marieke laat hierop weten dat zij bezig is met het regelen van het transport van het paard.

Op 30 oktober laat Marieke weten dat het paard op 2 november afgeleverd zal worden en zij vraagt wanneer zij voor een ander paard kan komen kijken.

Op 15 november laat Stal Het Briesende Paard weten dat Marieke kan komen om een paard uit te zoeken. Op 19 november laat Marieke weten dat zij na 30 november zou kunnen komen. Graag ontvangt zij alvast wat video's van de beschikbare paarden.

Stal Het Briesende Paard laat vervolgens weten dat zij het tot 6 december erg druk hebben maar dat het daarna wel kan. Marieke antwoord hier op dat zij tot 11 december in de gelegenheid is om te komen. Van Stal Het Briesende Paard ontvangt Marieke vervolgens geen enkele reactie meer.

Op 20 december laat Marieke haar advocaat een brief naar Stal Het Briesende Paard sturen. In deze brief wordt Stal Het Briesende Paard op haar verplichting gewezen om een geschikt vervangend paard te leveren en om anders de kooprijs van € 20.000,-- aan Marieke te retourneren. Wederom blijft een reactie van Stal Het Briesende Paard uit.

Marieke is klaar met de houding van Stal Het Briesende Paard en geeft opdracht aan haar advocaat om een gerechtelijke procedure op te starten.


De procedure

Namens Marieke wordt gevorderd dat Stal Het Briesende Paard een bedrag van € 20.000,-- aan vervangende schadevergoeding moet voldoen.

Nadat de dagvaarding is uitgebracht ontvangt Marieke op 1 februari van een zekere Gijs het verzoek om het chipnummer van het paard door te geven en om de bijgaande concept verkoopfactuur m.b.t. het paard te controleren. Marieke vraagt direct wie de persoon is en geeft aan dat zij geen eigenaar meer is van het paard en niets te maken wil hebben met de verkoop van het paard. Gijs reageert hier niet inhoudelijk op maar geeft wel door dat hij inmiddels het chipnummer heeft en een bedrag van € 17.000,-- op haar rekening heeft overgemaakt. De advocaat van Marieke heeft vervolgens nogmaals aangegeven dat Marieke niet de eigenaresse is van het paard en dat zij niet akkoord gaat met de conceptfactuur en dat de ontvangen betaling gezien wordt als een deelbetaling op de vordering die Marieke op Stal Het Briesende Paard heeft.

Namens Marieke wordt haar vordering in de lopende procedure vervolgens verlaagd van € 20.000,-- naar € 3.000,--.

Voorafgaand aan de zitting voert Stal Het Briesende Paard middels een advocaat schriftelijk verweer. Ook tijdens de zitting wordt verweer gevoerd.

In het op 2 april ingediende verweer wordt namens Stal Het Briesende Paard aangevoerd dat Marieke het paard niet heeft geretourneerd en dat het paard volledig uit het gezichtsveld van Stal Het Briesende Paard is verdwenen. Stal Het Briesende Paard weet niet waar het paard is.
Tijdens de zitting wordt namens Stal Het Briesende Paard aangevoerd dat een zekere Pim in opdracht van Marieke het paard zou hebben verkocht aan iemand in Schotland. Ter onderbouwing hiervan wordt namens Stal Het Briesende Paard een op 5 maart gedateerde verklaring van de zekere Pim overgelegd.

De kern van het geschil is dus of Marieke het paard wel of niet geretourneerd heeft. Indien zij het paard niet heeft geretourneerd, had zij immers geen recht op een ruilpaard en kan zij in de procedure geen aanspraak maken op een vervangende schadevergoeding.

De rechter komt tot de conclusie dat Marieke het paard wel geretourneerd heeft. De rechter voert hierbij aan dat de volgende punten van belang zijn:

  • Tussen partijen is uitgebreid over de ruil gecorrespondeerd. Marieke heeft aangegeven dat het paard op 2 november afgeleverd zou worden waarna Stal Het Briesende Paard op 15 november heeft gemeld dat zij een vervangend paard kan komen uit zoeken. Indien het paard niet geretourneerd zou zijn, had Stal Het Briesende Paard dit bij haar reactie aangegeven. Het paard had immers allang afgeleverd moeten zijn. En Stal Het Briesende Paard had hier toch zeer verbaasd over moeten zijn indien een paard dat op 2 november zou worden afgeleverd op 15 november nog steeds niet zou zijn aangekomen.
  • Op 20 december heeft Marieke een brief naar Stal Het Briesende Paard verzonden waarin werd gesommeerd om een bedrag van € 20.000,-- aan Marieke te voldoen. Stal Het Briesende Paard reageert niet op deze brief. Indien het paard daadwerkelijk niet zou zijn afgeleverd, had het voor de hand gelegen dat Stal Het Briesende Paard een reactie zou hebben gestuurd waarin werd aangegeven dat het paard nimmer retour was ontvangen.
  • Bij het schriftelijk verweer op 2 april wordt namens Stal Het Briesende Paard het verweer gevoerd dat zij geen idee hebben waar het paard is. Tijdens de zitting wordt er vervolgens een ander standpunt ingenomen. Marieke zou een zekere Pim opdracht hebben gegeven om het paard te verkopen en van deze Pim wordt een verklaring d.d. 5 maart overgelegd. De rechter vindt dit zeer opmerkelijk. Aangezien de verklaring van Pim van 5 maart is, is het toch zeer aannemelijk dat Stal Het Briesende Paard hier reeds bij het indienen van haar schriftelijk verweer op 2 april van op de hoogte was. Ter zitting kan Stal Het Briesende Paard hier geen logische verklaring voor geven.

Op basis van bovenstaande is de rechter van oordeel dat Marieke een logisch en consistent verhaal heeft ten aanzien van de stelling dat het paard aan Stal Het Briesende Paard terug is geleverd. Stal Het Briesende Paard zet daar een verhaal tegenover dat alleen maar vragen oproept welke vervolgens onbeantwoord blijven. Dat maakt dat de verklaring van Stal Het Briesende Paard overtuigingskracht mist. De rechter wijst de vordering van Marieke dan ook toe.


Strekking van het verhaal

Uit bovenstaande casus blijkt dat je vandaag de dag niet automatisch af kan gaan op een goede afloop en niets als vanzelfsprekend aan kunt nemen. Probeer altijd in goed overleg tot een oplossing te komen, maar zorg ondertussen wel dat hetgeen je afspreekt na afloop nog wel bewezen kan worden. Dit geldt niet alleen voor de gemaakte afspraken, maar ook voor de uitvoering hiervan. Denk hierbij aan de aanwezigheid van getuigen of het opstellen van verklaringen die ter plaatse worden getekend. In de praktijk zijn er vaak genoeg achteraf (ten overstaan van de rechter) discussies of iemand nu wel of niet een bedrag contant heeft voldaan of dat een paard bij terugkeer wel in goede conditie verkeerde. Het kan zo maar gebeuren dat iemand 'vergeet' dat hij een envelop met geld heeft ontvangen of dat een goed lopend paard 'spontaan' en ook nog met terugwerkende kracht kreupel bleek te zijn toen het door de koper werd teruggebracht. Door bij de ontvangst een verklaring op te stellen en te tekenen of door de aanwezigheid van getuigen, kan men zich beter beschermen tegen dergelijke discussies.


In onderhavig voorbeeld is getracht om een beeld te geven van kwestie die zich in de hippisch recht praktijk kan voordoen. De juridische materie in dit artikel is slechts beknopt besproken en is aldus niet volledig. Houdt u voor ogen dat diverse omstandigheden/feiten een rol spelen in de uitkomst. De uitkomst zal derhalve per geval verschillen. U kunt daarom ook geen rechten aan bovenstaande artikel ontlenen. Voor bovenstaande casus is een bepaalde procedure die zich daadwerkelijk heeft voorgedaan als leidraad gebruikt, maar wordt slechts beknopt en vereenvoudigd weergegeven teneinde het begrijpelijk te houden voor de lezer. Eventuele overeenkomsten in namen berusten puur op toeval. 

Geschreven door: advocaat Femke de Reus


Advocaat Femke de Reus is werkzaam bij haar eigen kantoor Reus Advocatuur te Assen.
Meer informatie over de advocaat, het kantoor en hippisch recht kunt u vinden op de website: www.reusinpaardenrecht.nl

Mocht u zelf met een juridisch (hippisch) probleem te maken hebben, schroom dan niet om contact op te nemen via 0592- 269 881 of contact@reusadvocatuur.nl.

Ook interessant

  • Uitbreiding consumentenbescherming in de paardenhandel?

    Grote gevolgen voor de paardenhandel

    Als per 1 januari 2022 de consumentenbescherming wordt aangepast, heeft dit grote gevolgen voor de handel...

  • Te late medische behandeling - De advocaat

    Te late medische behandeling

    Je hebt een paard bij iemand staan, maar deze verzuimd op tijd te melden dat het dier ziek geworden is. Met alle gevolgen van dien. Welke afspraken moet je maken en welke rechten en plichten heb je?  Hippisch advocaat Femke de Reus deelt het met je in dit artikel.

  • Juridisch: onder het mes

    Juridisch: onder het mes

    Bert verkoopt een pony met een verborgen gebrek. De koper laat het dier opereren. Wie betaalt de rekening?

  • Papierwerk - het (ver)koopcontract

    Papierwerk - het (ver)koopcontract

    Voor velen zijn schriftelijke stukken zoals contracten een noodzakelijk kwaad, anderen hebben er juist veel lol in. In het nieuwe artikel van Mr. Femke de Reus, advocaat in hippisch recht, lees je informatie over (ver)koopcontracten en waar je bij het opstellen ervan om moet denken.

  • Hink, stap, bok

    Hink, stap, bok

    Onze huisadvocaat geeft uitleg bij een paard wat niet aan de eisen voldoet.

Nu op de voorpagina

  • Nieuw artikel: Wijken: de vergeten oefening
Klik hier voor de voorpagina

Nieuwste vacatures

» Alle hippische vacatures bekijken
Chat